Ajax heeft zijn eerste wedstrijd voor meer dan 50.000 toeschouwers in de ArenA (een terecht eerbewijs aan echte wereldkampioenen) verloren van Juventus. De Oude Dame won sluw met 2-1 dankzij twee kopgoals van de Braziliaan Amauri.
Ajax speelde een goede wedstrijd, maar werd door de individuele fouten van Vertonghen opgeknoopt. Dat was des te spijtiger omdat de ploeg van Jol collectief opgewassen leek tegen de geroutineerde Italianen. In de beginfase hielden beide ploegen elkaar in evenwicht, maar de balans sloeg door in het voordeel van Ajax, toen Suleymani (die kon spelen vanwege de afwezigheid van Pantelic) met een snelle counter wist te scoren. Het schot van de Kroaat ging door de benen van doelman Buffon. Juventus leek met eigen middelen gepakt, zoals Italië door Oranje in Bern werd verslagen.
De Italianen moesten even aan de situatie wennen maar zetten daarna de wedstrijd weer naar hun hand. Suarez stelde in aanvallende zin zeer teleur. Toch kreeg Ajax goede kansen, maar een kopbal van Aldeweireld miste de juiste richting. Juventus sloeg in de 31e minuut toe met een kopbal van Amauri op een prachtige voorzet van Di Ceglie.
Na rust had Ajax meer moeite om Juve onder druk te houden. In de dertiende minuut sloeg Amauri weer toe met een kopbal op een voorzet van Del Piero. De Braziliaan troefde net als bij de eerste goal Vertonghen vrij eenvoudig af. Ajax deed er daarna wel alles aan om een nederlaag te voorkomen. Suarez liep tegen een domme gele kaart op, zodat hij volgende week geschorst zal zijn. Tien minuten voor het einde trof Siem de Jong na een mooie aanval met een verwoestend schot de paal. Dat schot had zeker een beter lot verdiend, maar het bleef teleurstellend 2-1 net als in de halve finale van de Champions League van 1997.
