Ajax heeft zich weer gemeld in de strijd om de bovenste twee plaatsen van de eredivisie. De Amsterdamse club boekte zondag op bezoek bij Sparta de zesde competitiezege op rij (0-3) en de eerste zege op Spangen sinds 2005.
Ajax verkleinde de achterstand op PSV, dat volgende week naar de Arena komt, tot vier punten.
Ajax heeft van de drie beste clubteams van Nederland op het oog het eenvoudigste programma. Vooral PSV stuit in de laatste acht speelronden nog op veel hooggeklasseerde tegenstanders.
Sparta kon niet duidelijk maken waarom Ajax al jaren angstig naar het Kasteel afreist. De thuisploeg verloor voor eigen publiek sinds 2 oktober 2005 geen wedstrijd meer van de bijna 110-jarige vereniging uit de hoofdstad. De trainers Henk ten Cate en Marco van Basten namen zelfs na teleurstellende optredens bij Sparta afscheid van Ajax.
Martin Jol, de huidige oefenmeester van de nummer drie van de eredivisie, zag zijn ploeg de wedstrijd dit keer echter vanaf de eerste minuut domineren.
Ajax legde ook zonder de geschorste Luis Suarez de zwakke plekken in de defensie van de Rotterdamse club keer op keer bloot. Sparta mocht dan ook niet mopperen dat het bij rust tegen een achterstand van twee doelpunten aankeek (0-2).
Siem de Jong opende in de veertiende minuut met een fraai schot de score (0-1). Toch was de treffer van de schaduwspits niet zo mooi als het zesde competitiedoelpunt van Gregory van der Wiel.
De rechtsback schoot de bal in de 36e minuut snoeihard in de bovenhoek (0-2). Urby Emanuelson was ook nog twee keer dichtbij een doelpunt. De linksback, voor het eerst sinds een maand weer basisspeler in een competitiewedstrijd, schoot twee keer op de paal.
Sparta verscheen in de eerste helft slechts eenmaal gevaarlijk dicht in de buurt van doelman Maarten Stekelenburg via Darko Bodul, een huurling van Ajax. Kevin Strootman passeerde Stekelenburg vlak na rust bijna voor het eerst in zes competitieduels. Hij raakte de paal.
Sparta verloor in de 61e minuut de laatste hoop op een succesvol slotoffensief. Christian Eriksen vond zijn landgenoot Dennis Rommedahl, die de zwakke doelman Aleksander Seliga voor de derde keer passeerde.
