De voetbalwereld wordt vaak conservatief genoemd, maar op modegebied zijn veel spelers trendvolgers en -setters. Als vanzelfsprekend wordt hun uiterlijk beïnvloed door de tijdgeest en gekopieerd door de jeugd. Van snor en matje tot tattoos en mannentasje: een luchtige blik op de voetbalmode door de jaren heen.
Hippietijd: lang haar en bakkebaarden
De sixties lieten ook op het veld hun sporen na in de gouden jaren ’70. Er was geen internet, geen social media. Voetballers legden een kaartje in plaats van de hele tijd op hun samsung s10 te staren. Al wisten de spelers dondersgoed wat er in de mode was. Willem van Hanegem, Wim Rijsbergen en Johnny Rep waren getooid met lang haar en indrukwekkende bakkebaarden.
Matje en snorretje, schoudervullingen en bandplooibroeken
Hun haar was net niet lang genoeg om hinderlijk voor de ogen te hangen. Zo is het matje ontstaan. Kort van voren, gedekt van achteren. Niet zelden werd deze haardracht gecombineerd met een snor. Michel Boerebach en René Eijkelkamp waren trotse vertegenwoordigers van deze jaren ’80-look. In het Oranje dat het EK’88 won, waren ook diverse snorren en (bescheiden) matjes te zien. Bandplooibroeken en te grote blazers met schoudervullingen en opgestroopte mouwen vormden de vrijetijds-outfit. En men kopieerde dit massaal.
De 90’s: kort en netjes, lawaaiblouse met wollen colbert
De grunge-mode (lang haar, geitensikjes, piercings, houthakkersblouses en kapotte jeans) werd min of meer overgeslagen, waarschijnlijk omdat voetballers een wat meer representatieve functie kregen. De gabberperiode was alleen ongewild te zien bij voetballers wier haargrens zich met rasse schreden richting achterhoofd verplaatste. Hiphop was nog het meest van invloed, met in het gemillimeterde haar geschoren patroontjes. Voetballers in deze periode waren overwegend kort en netjes geknipt. Hun verdere uiterlijk bestond uit de door John de Wolf geïntroduceerde lawaaiblouses: felgekleurde overhemden met drukke motiefjes. Het wollen colbert in een primaire kleur deed ook zijn intrede.
Tattoos
Voorheen dachten mensen dat je in de haven werkte als je er één had, later vroegen ze of je in een band speelde. Anno 2021 vragen ze bij welke club je voetbalt, als je een tattoo draagt. Complete sleeves over lijf en ledematen zetten de toon in de stadions, denk aan Memphis Depay, Zlatan Ibrahimovic en Arturo Vidal. Alleen ‘CR7’ Ronaldo draagt geen tattoos – hij doneert jaarlijks bloed en wilt geen risico lopen besmet te raken tijdens een tattoosessie. Een tattoo is veel ingrijpender dan zoiets als witte oordopjes of een mannentasje. Ondanks de populaire Nathan Rutjes, matdrager van nu, is het matje vervangen door een knotje zoals Gareth Bale en Zlatan dat dragen. De snor lijkt verdwenen. Maar wie weet? Johan Derksen komt er ook nog steeds mee weg.
