Een topploeg met een leuke oom als coach

0

Spanje is een prachtige kampioen van Europa. De ploeg van Luis Aragones was niet alleen de beste, maar ook de meest regelmatige. Daarbij speelde Spanje zeer aantrekkelijk. Dit is de prijs voor een land dat in het clubvoetbal ook de toon aangeeft.

De ontlading is groot in Spanje en dat is logisch, want verschillende generaties hebben hier zo lang op moeten wachten. Na 44 jaar heeft het Spaanse nationale team weer een echte hoofdprijs gewonnen. Dit is volgens premier Zapatero het eerste grote feest van het democratische Spanje. Maar het is toch vooral het succes voor een voetballand, dat misschien iets te vaak wordt getypeerd door de tegenstelling tussen Real en Barça. Alsof er niet vijf andere clubs zijn (Mallorca, Valencia, Alaves, Sevilla en Espanyol), die in de afgelopen tien jaar een of meer Europese finales speelden en alsof er geen provincieclubs zijn, zoals Deportivo en Villarreal, die een halve finale van de Champions League wisten te halen.

 

Een ander land met zo’n sterke competitie in de breedte bestaat er niet, ook al gaat er in Engeland veel meer geld om dan in de Primera Division. Als troost voor de bakermat die bij dit EK buitenspel stond, maakte een speler van Liverpool het enige doelpunt in de finale. Maar Fernando Torres is toch vooral ‘el niño’, die zeven jaar geleden al schitterde op een EK voor spelers onder 17 jaar. Hij loste gisteren de hoge verwachtingen sinds dat optreden in een keer in.

 

Luis Aragones is een exponent van een trainerscorps dat in de afgelopen jaren zijn sporen heeft verdiend met Rafa Benitez en Juande Ramos als ambassadeurs in Engeland. De goede man mag nu zelf nog in Turkije de financiële vruchten plukken van zijn succes. Er is maar een trainer op aarde die twee grote prijzen won (wereldtitel voor clubteams en EK voor landenploeg) in een tijdsbestek van 33 jaar. Aragones lijkt meer op een ‘leuke oom’, maar hij is als een vader voor de spelers waarvan hij best hun grootvader kon zijn.

 

Toen hij in 2004 aan zijn karwei begon, na het mislukte EK in Portugal, nam hij zich vooral voor om een eenheid te smeden. Hij koos voor een basis van spelers van Valencia (toen de beste club in Spanje) en Sevilla en paste daarna de Real- en Barça-spelers in. Zodoende ontstond er een andere hiërarchie binnen het team. Vervolgens bleef hij doof voor alle kritiek op zijn werk van de Madrileense media. Vooral met het uitsluiten van Raul heeft hij een punt gezet bij de ploeg, hoe pijnlijk dit ook voor sommige Real-spelers moet zijn geweest. 

 

Dit Spanje heeft een relatief jonge ploeg en kan vanaf nu zeker meer ambiëren. Waarom niet de wereldtitel over twee jaar in Zuid Afrika? Maar voorlopig zal het land vooral genieten van deze hoofdprijs, die louterend kan werken voor een heel land en voor het voetbal.

 

Het EK-2008 zal als een van de beste toernooien de geschiedenis ingaan. Er is bij vlagen schitterend gevoetbald. In de eerste week stal Oranje de show, in de tweede week vielen de Russen op en in de derde week was Spanje de publiekstrekker. Een ding staat nu wel vast. In de groepen C en D was het niveau een stuk hoger dan in de andere groepen. De wijziging van de toernooiopzet heeft niet alleen Duitsland geholpen aan een finaleplaats die het waarschijnlijk niet bij de oorspronkelijke opzet had gehaald. Daarbij had Spanje nog een opmerkelijk voordeel, want het kon als enige deelnemer het hele toernooi in Oostenrijk afwerken. Daar tegenover staat dat het in de knock-outfase telkens een dag minder rust had dan de tegenstander.

 

Er valt voor de coaches nog veel te evalueren en hopelijk zijn ze de volgende keer wat meer attent wanneer aan de opzet van een toernooi wordt gesleuteld. Maar hoe het toernooi ook wordt gemutileerd, de beste ploeg komt altijd boven drijven. In dit geval was het Spanje.

 

Jurriaan van Wessem

 

Share.

Laat een reactie achter