Inter en Juventus hebben tenminste voor een paar uur de koppositie van de Serie A in handen. Beide clubs wonnen een uitwedstrijd en hebben een punt meer dan Lazio, dat vanavond in San Siro tegen AC Milan speelt.
Inter speelde een degelijke wedstrijd bij Torino en won met 3-1. Halverwege de eerste helft nam de ploeg van José Mourinho afstand met twee goals binnen drie minuten. Daarmee werd het moedige spel van de thuisploeg op een effectieve manier afgestraft. Uit een voorzet van Mancini werkte verdediger Pisano de bal in het eigen doel. Twee minuten later kogelde rechtsback Maicon de bal van dertig meter tegen het net. Met deze voorsprong kon Inter de wedstrijd zonder al te veel controleren.
Zlatan Ibrahimovic gooide in de 51e minuut met een ouderwetse counter na een hoekschop van Torino de wedstrijd in het slot, na een slimme pass van Mancini. De oud-Ajacied had daarna een vrij veld. In de resterende tijd gaf Inter weinig meer weg. Abbruscato verkleinde de achterstand een kwartier voor het einde.
Juventus pakte de volle winst bij het onderaan staande Cagliari. Het werd een moeizame zege (1-0) op het eiland. Amauri opende op slag van rust de score na een slimme actie van Iaquinta. Doelman Buffon raakte geblesseerd en werd vervangen door Manninger. De Oostenrijker redde de voorsprong met een prachtige save op een schot van Matri in de 88e minuut.
Fiorentina pakte de volle winst in de derby met Bologna. Het werd 1-0 door een doelpunt van Gilardino, die in vier dagen tijd drie dure treffers maakte. Palermo meldt zich ook bij de top door Genoa met 2-1 te verslaan. De Sicilianen scoorden via Cavani en Bovo. Diego Milito deed pas in de voorlaatste minuut wat terug.
Udinese en Napoli speelden doelpuntloos gelijk tegen elkaar. Sampdoria kwam thuis niet tot winst tegen Chievo en staat opmerkelijk laag op de ranglijst, omdat het nog altijd geen duel wist te winnen.