Column: Is kampioen worden nog leuk?

0

De zakelijkheid van het moderne voetbal kan niet beter worden getypeerd dan de manier waarop enkele topclubs in de afgelopen weken kampioen zijn geworden. Inter, Lyon, PSV en Real Madrid prolongeerden hun landstitel zonder veel plezier.

Deze vier clubs faalden in de Champions League op het beslissende moment en speelden nauwelijks aantrekkelijk voetbal. Je zou je bijna afvragen of het nog wel sportief bevredigend is om kampioen te worden of dat ook dat een puur zakelijk van belang is. Veel spelers stralen dit gevoel ook al uit. Vandaar ook die door sponsors opgelegde activiteiten, waar vaak de spontaniteit van de fans wordt overschaduwd door nietszeggende huldigingen.

 

Morgen spelen Manchester United en Chelsea de finale van de Champions League tegen elkaar. Bij dit hoogtepunt van het internationale clubvoetbalseizoen is de vraag vooral wat nu meer telt de Engelse titel of de Europa Cup. Mocht Manchester United de hoofdprijs winnen, dan zal de vreugde zeker groot zijn, maar wat als Chelsea er met de beker met de grote oren vandoor gaat? Is United dan net zo’n ongelukkige kampioen als de vier hierboven genoemde clubs? Die club is aan zijn stand van rijkste club ter wereld wel verplicht om zo nu en dan ook de beste te zijn. Twee keer in negen jaar is dan niet eens zo’n spectaculair moyenne.

 

Chelsea wordt vaak afgeschilderd als het voorbeeld van de verzakelijkte voetbalwereld. Een beetje ten onrechte, want Roman Abramovitsj heeft natuurlijk veel geld in de club gestopt maar er nooit een planmatig beleid bij geëist. Hij wil de hoofdprijs en lijkt in vijf jaar in die missie te gaan slagen. En het maakt de Rus niet uit, hoeveel geld hem dat kost. Bij Manchester United is alles veel zakelijker en moet het geïnvesteerde bedrag op een of andere manier worden terugverdiend. Vandaar de vrijwel onbetaalbare toegangskaarten, de jaarlijks vernieuwde shirts en andere merchandising. Het winnen van hoofdprijzen is zelfs van ondergeschikt belang zolang er maar op een of andere manier geld kan worden gegenereerd. Bij Chelsea speelt dat aspect toch een minder belangrijke rol. Daar wil men toch vooral een prijs winnen.

 

Het bereiken van de finale van Chelsea heeft meer weg van een verzetsdaad van de rijkste van de kleinere clubs. De macht die 2003 al verdeeld leek door de clubs van de G-14 is door Abramovitsj bewust gebroken. Dat kon maar op één manier: met veel geld. Maar als Chelsea wint in Moskou is de ban, die sinds 1991 werd opgelegd door de verzamelde topclubs wel gebroken. De vreugde zal er groot zijn en geheel Londen kan trots zijn dat het eindelijk een club bezit die de Europa Cup weet te winnen.

 

Wat in deze maand opvalt is dat door de zakelijkheid er nauwelijks vreugde is bij een victorie. De zenuwen bij Inter, Lyon en PSV zorgden zelfs voor kortsluiting. Trainers die helemaal niet rustig op hun stoel zitten en dus ook niet van het succes kunnen genieten. Zelfs bij succes lijken ze betrokken bij een stoelendans. Eigenlijk zijn ze toch een beetje de kampioen van de armoede, terwijl de achtervolgers (Roma, Bordeaux en Twente) de echte lof verdienen. De winnaars lijken soms zelfs verliezers. Is het dan helemaal niet leuk meer om te winnen? Ja, er zijn uitzonderingen. Zenit St. Petersburg (met petroroebels van Gazprom opgebouwd) is voorlopig de meest vrolijke kampioen van Europa met een landstitel en een UEFA Cup. Het zegt veel over het topvoetbal in West Europa als de lachebekjes uit Rusland moeten komen. Wat dat betreft belooft de finale van Moskou niet veel goeds: want Chelsea – Manchester United lijkt toch vooral een zakelijk duel te worden.

 

Jurriaan van Wessem

Share.

Laat een reactie achter