Feyenoord moet de belastingdienst een bedrag van ruim 5 miljoen euro betalen. Dat zijn beide partijen overeengekomen in een slepende kwestie over niet-betaalde loonbelasting inzake spelerstransfers in de periode tussen 1995 en 1998.
De Rotterdamse club maakte de schikking met de fiscus vrijdag op de eigen website bekend. De belastingdienst had bijna het dubbele bedrag gevorderd van Feyenoord. De naheffing betrof niet-betaalde loonbelasting over transfers naar de Rotterdamse club van de spelers Patrick Allotey, Julio Cruz, Patricio Graff, Christian Gyan, Eduardo Montoya, Fernando Picun en Pablo Sanchez.
De toenmalige clubleiding, met preses Jorien van den Herik als grote baas, meende dat Feyenoord over deze transfers geen loonbelasting hoefde te betalen. Volgens het Rotterdamse bestuur was geen tekengeld aan genoemde spelers betaald. In 1998 deed de FIOD niettemin een inval bij Feyenoord. In een strafzaak werden Feyenoord en Van den Herik vrijgesproken van fraude.
In de daarop volgende belastingzaak rond oud-speler Aurelio Vidmar werd de club echter in het ongelijk gesteld. De Hoge Raad veroordeelde Feyenoord in maart 2007 tot het alsnog afdragen van 1,5 miljoen euro aan loonbelasting. Daarna kwamen ook de andere transfers in die periode fiscaal opnieuw aan de beurt.