Sampdoria heeft een mooie traditie in stand gehouden door in de eerste thuiswedstrijd van het seizoen niet te verliezen met de regerend kampioen. De club uit Genua begon met een verdienstelijke 1-1 tegen Inter aan het seizoen.
De wedstrijd in een uitverkocht en sfeervol Marassi werd gespeeld in een zwoele atmosfeer, bij 25 graden. Sampdoria probeerde met enkele snelle acties via Cassano de kampioen te verrassen, maar na 33 minuten nam Inter toch de leiding. Op een pass van Mancini scoorde Ibrahimovic met een diagonaal schot nadat hij de bal lichtjes met zijn hand controleerde.
In de tweede helft zette Samdoria de toon en speculeerde Inter op de kans om de wedstrijd via een snelle counter in het slot te gooien. Het veldoverwicht van de thuisploeg leverde weinig echte kansen op, maar de gelijkmaker kwam toch halverwege de tweede helft. Op een voorzet van invaller Padalino miste Franceschini de bal half, maar daarna kon Delvecchio van dichtbij in te tikken. Sampdoria hield het initiatief en kreeg kleine kansjes dankzij Cassano, die een keer alleen op het doel leek af te gaan maar raakte onderweg de controle over de bal kwijt. In de slotfase verraste aanvoerder Palombo met een afstandschot bijna doelman Julio Cesar.
Het gelijkspel betekent het eerste puntverlies voor José Mourinho. Hij kan zich troosten met de wetenschap dat Juventus (1982) en AC Milan (1996) als scudetto-dragers in Marassi ten onder gingen tegen Sampdoria.
Eerder op de avond versloeg Udinese in de openingswedstrijd van het seizoen Palermo met 3-1. International Antonio di Natale scoorde de eerste twee goals in de eerste helft. De Australiër Mark Bresciano scoorde nog tegen, maar binnen een minuut besliste de Zwitser Inler het duel. Udinese is dus wel koploper.