Inter heeft na vijf seizoenen weer eens de thuiswedstrijd tegen Juventus gewonnen. De Italiaanse kampioen versloeg de grote rivaal met 1-0. Daarmee werd de ploeg van José Mourinho beloond voor het betere spel.
Inter domineerde de vooral fysieke wedstrijd dankzij de individuele klasse van de aanvallers Ibrahimovic en Adriano, die echter geen enkele kans wisten te benutten. Juventus had pech dat binnen tien minuten de middenvelder Tiago met een blessure uitviel. Daardoor kwam de ploeg nauwelijks aan echte aanvallen toe. Del Piero en Amauri bleven geïsoleerd. Ibrahimovic kreeg een enorme kans in de eerste helft maar schoot de bal voor het doel van de verslagen Manninger langs. De Oostenrijker redde kort daarna knap op een schot van Muntari.
In de tweede helft bleef Inter de bovenliggende partij. Uiteindelijk viel de treffer min of meer gelukkig in 72e minuut, toen Muntari een mislukt schot van Ibrahimovic bij de tweede paal in het lege doel kon werken. Del Piero was vijf minuten later gevaarlijk met een kopbal uit een hoekschop. Doelman Julio Cesar reageerde attent. Het laatste fluitsignaal werd in San Siro met zeer veel gejuich begroet. Inter heeft nu een gat geslagen op Juventus van zes punten. AC Milan staat vier punten achter maar komt morgen in actie bij Torino.
Fiorentina won eerder op de avond met 4-2 van Udinese in een duel om de vierde plaats. De club uit Udine nam de leiding door Floro Flores in de eerste helft. Na rust kwamen de Florentijnen sterk terug. Na een strafschop van Mutu scoorde Montolivo twee keer en Gilardino een keer. In de slotfase kreeg Udinese nog een strafschop die door Di Natale werd benut. Bij de aanleiding voor de penalty werd Comotto vanwege op de doellijn van het veld gestuurd.
