Vanavond gaat de Belgische competitie van start met een wedstrijd van landskampioen Standard Luik tegen Sint Truiden. De Jupiler League heeft een metamorfose ondergaan en bestaat nu uit zestien clubs. Toch wordt het een lang seizoen.
‘Eigenlijk begint de echte competitie pas op 24 maart,’ meent trainer Ariel Jacobs van Anderlecht. Dat lijkt een vreemde uitspraak, zeker gezien de vroege start van het seizoen, die zeker gezien het zeker ontbreken van de Rode Duivels op het komende WK, wel erg opmerkelijk is. Maar in feite bestaat de Belgische competitie vanaf dit jaar uit twee delen. Het is eigenlijk een experiment, dat een beetje is afgekeken van de Schotse competitie.
De zestien ploegen spelen tot midden maart een hele competitie. De beste zes ploegen gaan vervolgens verder voor de titelstrijd, en dat is weer een minicompetitie van tien duels. Zodoende komt de ware kampioen pas te voorschijn na 40 duels, maar lijken de eerste dertig een aanloop voor de allesbeslissende 10.
Twee clubs uit de reguliere competitie (van dertig duels) degraderen, terwijl de andere acht clubs een eigen toernooi spelen voor een plaats in de Europa League. Met de wetenschap dat de landskampioen een rechtstreekse plaats heeft voor de Champions League is de titelstrijd tussen de traditionele top drie wel spannend. Maar de vrees dat Anderlecht, Standard en Club Brugge zich hoe dan ook toch voor de finaleronde plaatsen maakt de competitie eigenlijk minder opwindend.
