Turkije is de grootste verrassing van dit toernooi. In feite speelt de ploeg morgen in de finale van de groepen A en B en dat is een knappe prestatie voor een van de op papier zwakste deelnemers aan dit EK. Overleven is een kunst.
Het wordt nu nog een tikkeltje lastiger omdat Fatih Terim te maken heeft met een epidemie aan blessures en schorsingen en zelfs de derde doelman eventueel als veldspeler moet inzetten. De ploeg moet mogen flink worden omgegooid, maar Terim heeft voor hetere klussen gestaan. Het vertrouwen in hem is groot, omdat hij acht jaar geleden met Galatasaray de UEFA Cup won door AC Milan, Leeds United en Arsenal te verslaan.
De situatie bij Turkije doet sterk denken aan die van Duitsland op het EK-96. Toen had Berti Vogts in de laatste week ook te maken met talloze geblesseerden en geschorsten. De Turken hoeven dus niet helemaal te wanhopen, want die Mannschaft won toen wel het toernooi. Het is duidelijk dat Turkije teveel geschorste spelers heeft, maar die van doelman Volkan Demirel slaat echt nergens op. Het is een foute beoordeling van een scheidsrechter en die had teruggedraaid moeten worden door de voetbalrechters.
Nu wordt de doelman nog niet echt gemist, want de ervaren Rüstü is tegen Kroatië een betrouwbare stand-in gebleken. Met een andere oude rot, Emre Belozoglu, moest bondscoach Fatih Terim een ruzie bijleggen, want hij heeft veel te hard nodig want zonder Nihat, Arda en Tuncay is er veel creatief vermogen verdwenen. In het centrum van de achterhoede is er ook een gat met het uitvallen van Emre Asik (geschorst) en Emre Güngör (geblesseerd). De hardwerkende middenvelder Mehmet Topal zal achterin spelen. Dat betekent dat Turkije wel gedwongen wordt om naar voren te voetballen.
Het vreemde is dat de Turken geen overdreven harde indruk hebben gemaakt. De ploeg heeft vooral gestreden voor wat ze waard is en heeft slechts twee minuten voorgestaan in dit hele toernooi. Twee keer winnen in de slotminuut en een keer met strafschoppen. Dat duidt een beetje op een nieuw Griekenland. Is dat nou niet het mooie aan het voetbal? Alle theorieën en wijsheden over de sport kunnen straks helemaal in de prullenbak als de Europese titel voor de derde keer in vijf edities bij een volslagen outsider terecht komt.
Duitsland zal het zover niet laten komen. Op deze plek heb ik al vaak beweerd dat de ploeg van Joachim Löw alleen Portugal als zware tegenstander op zijn pad naar de finale zou treffen. In die wedstrijd hebben de Duitsers waarachtig goed gespeeld. Door het afvallen van veel andere titelkandidaten zijn ze natuurlijk wel favoriet om in hun achtertuin (Wenen) te oogsten.
Toch heeft de ploeg nog geen superieure indruk op het neutrale publiek kunnen maken. In de zeventiende halve finale van die Mannschaft sinds 1954 mag tegen de verzwakte tegenstander wel een show worden verwacht om het bereiken van de finale kracht bij te zetten. Pas dan is er sprake van de ‘geilste Fussballparty der Welt’ (zoals Bild dit duel al voorbesprak). Sinds 1970 heeft Duitsland nooit meer een halve finale buiten de eigen landsgrenzen verloren. Dus waarom zou Joachim Löw nu nog bang zijn?
In feite is Duitsland twee thuiswedstrijden verwijderd van een nieuwe hoofdprijs.
Jurriaan van Wessem