Inter is uiteindelijk toch kampioen geworden van Italië. De blauwzwarte club, die zwalkend op het einddoel afging, dankte de victorie bij Parma (2-0) vooral aan Zlatan Ibrahimovic, die als invaller beide treffers voor zijn rekening.
Inter speelde bij Parma met het mes op de keel, omdat een nieuw puntverlies fataal kon worden. Binnen een paar minuten kwam AS Roma bij Catania op voorsprong en stond de hoofdstedelijke ploeg zelfs virtueel aan kop. Vucinic nam deze treffer voor zijn rekening. Inter kreeg bijna geen kans in de eerste helft. Budan miste voor de thuisploeg wel twee kansjes. Parma moest winnen om de eerste degradatie uit de clubgeschiedenis te ontlopen.
Na rust stuurde Mancini zijn sterspeler Zlatan Ibrahimovic het veld in. Binnen tien minuten zorgde de Zweed voor de verlossende treffer met een diagonaal schot. Er kwamen daarna nog een paar goede kansen voor Inter. Het jonge talent Balotelli zag een schot net naast het doel gaan. Een kwartier voor het einde besliste Ibrahimovic de wedstrijd op een voorzet van Maicon. Voor Inter was dit de beslissing.
In Catania zorgde Martinez voor de dure gelijkmaker, waardoor de club uit Sicilië nog net in de Serie A blijft. Empoli daalt samen met Parma en Livorno af. De Toscaanse ploeg won de streekderby tegen Livorno nog wel met 2-1, maar dat was door de gelijkmaker van Catania niet voldoende.
